romanchuk

Gezien in "Wereldrecord" op TV: wat kan het record op de 100m ons leren voor de langere afstand


Vorige week maandag kregen we in de laatste uitzending van de Canvas reeks van Maarten van Gramberen "Wereldrecord" een analyse van hoe het wereldrecord op de 100m vrije slag van Cesar Cielo (46"91, Rome 30/07/2009) tot stand kwam.

Voor wie deze uitzending nog eens wil bekijken kan hier terecht (je hebt wel een account nodig voor www.vrtnu.be):

https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/wereldrecord/2018/wereldrecord-s2018a7-100m-vrije-slag-zwemmen/

Natuurlijk werd een groot deel van de documentaire besteed aan de controversiële zwempakken die toen nog toegelaten waren maar later werden verboden, maar daarnaast kwamen nog wat andere interessante aspecten aan bod. Een 100m vrije slag is een andere discipline dan het open water zwemmen en/of het zwemmen in een triatlon maar er waren ook heel wat gelijklopende conclusies.

De beenbeweging

Enkele weken schreven we al in de blog "Triatleten moeten geen stuwing zoeken uit hun benen" dat de beenbeweging wel belangrijk was, maar niet om stuwing te zoeken. Deze blog zorgde voor heel wat commotie van mensen die het daar niet helemaal mee eens waren.
Maar dit is wat Jonas Martens, die de biomechanica van de zwemmers bestudeert aan de KU Leuven daarover vertelde tijdens de uitzending:
"....in het zwemmen draait alles om het zo groot mogelijk maken van de stuwing.....de benen zijn niet minder belangrijk, maar ze dragen wat minder bij aan de stuwing dan de armen. Ze zijn wel om een andere reden belangrijk, namelijk het evenwicht in het water...."
Hier ging het over een kortere discipline (100m), maar de conclusie is wel dezelfde als onze conclusie voor de langere afstanden.


Beenbeweging vooral belangrijk om uw benen naar het oppervlak te krijgen


Lichaamsrotatie


Jonas Martens van de KU Leuven zei het volgende: 
"Wat je duidelijk ziet bij de topzwemmers is dat ze rond hun lengte-as rollen. Die schouders gaan steeds heen en weer wat onder andere de ademhaling wat gemakkelijker maakt."
Wie Swim Smooth wat volgt weet dat ook wij heel wat aandacht besteden aan de lichaamsrotatie. De drills als 6/1/6 (lees deze blog) en de varianten als 6/3/6, 6/5/6 en andere zijn allemaal gericht om uw lichaamsrotatie tijdens het zwemmen te verbeteren.
Hieronder kan je nog eens zien hoe de lichaamsrotatie er zou kunnen uitzien. Let hoe de schouders steeds heen en weer gaan:

de lichaamsrotatie bij Jono Van Hazel



Slagfrequentie

Op de vragen over de slagfrequentie tijdens de uitzending hield Jonas Martens zich wat op de vlakte.
In een vergelijking tussen Cielo en Bernard (de 2de) werd vastgesteld dat Cielo een duidelijk lagere slagfrequentie had dan Alain Bernard.

Merk op dat hier slechts 1 arm wordt geteld, terwijl wij meestal de slagfrequentie met beide armen tellen. Dit resultaat hier zou je dus moeten verdubbelen om te vergelijken.

Op de vraag of Cielo dan veel efficiënter zwom dan Alain Bernard werd wat ontwijkend geantwoord omdat dit ook moeilijk is vast te leggen. Het waren gewoon 2 verschillende zwemstijlen. En als we dit reflecteren naar het WK van vorig jaar dan zagen we dat op de 1500m net Gregorio Paltrinieri het haalde van Romanchuk ondanks het feit dat Paltrinieri een veel hogere slagfrequentie had. Je kan over de analyse van deze race ook nog eens deze blog nalezen.


Voor de (zwembad)zwemmers was er ook nog heel wat interessante info over de start, het keerpunt en de onderwaterfase maar daar gaan we hier niet op in.
Als je deze aflevering nog niet hebt gezien is dat zeker wel een aanrader. Voor de triatleten was er enkele weken geleden ook eenzelfde documentaire over het werelduurrecord van Bradley Wiggins en ook over het wereldrecord op de marathon was er een aflevering.


Video analyse en correctie sessie

Wil je ook uw eigen zwemstijl eens wat laten analyseren, dan kan dat zeker via onze video analyse en correctie sessie. In een sessie van 75 minuten worden niet alleen de beelden opgenomen (boven en onder water) maar worden die ook nog geanalyseerd (samen met de zwemmer) om daarna ook nog eens in het zwembad aan uw grootste aandachtspunten te gaan werken.

Na de analyse krijg je de volledige opname van de analyse op USB stick en krijg je ook nog eens via de Swim Smooth Guru heel wat informatie en trainingssessies om thuis verder aan uw techniek te werken.
Het is helemaal niet zo dat dit enkel is weggelegd voor de elite zwemmers. Integendeel zelfs, hoe vroeger je dit laat doen, hoe gemakkelijk eventuele fouten kunnen worden verbeterd.


Wil je iets meer weten, bekijk dan deze korte video waar in 2 minuten het volledige proces wordt getoond:



Reservatie van een video analyse en correctie sessie kan hier.
Onmogelijk om naar Kuurne te komen maar je wil een sessie organiseren voor uw team of vrienden, dan is dat mogelijk. Contacteer ons voor de voorwaarden en opties.

Swim Smooth!

Is de SWOLF score een goede parameter om uw efficiëntie te meten?

Geplaatst op 17/10/2017 - DPS, Paltrinieri, Ramp test, romanchuk, Swim Smooth, SWOLF
Als je zelf een zwem- of multisport uurwerk hebt, is de kans redelijk groot dat je al eens de SWOLF score bent tegengekomen.  Wat is nu die SWOLF score en kan deze score mij helpen om een betere zwemmer te worden?
Wat is het verschil in SWOLF tussen deze 2 zwemmers?


Wat is die SWOLF score nu? Op de support site van Garmin staat de volgende definitie:

Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30 seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op. Bij zwemmen in open water wordt de swolfscore berekend over 25 meter. Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij golf, een lage score is beter dan een hoge.
Bijkomend voorbeeld :

  • zwemmer A zwemt 25m in 25 seconden en heeft daarvoor 25 slagen nodig : SWOLF=50
  • zwemmer B zwemt 25m in 22 seconden en heeft daarvoor 28 slagen nodig : SWOLF=50
Zwemmer B zwemt dus over 100m niet minder dan 12 seconden sneller dan zwemmer A, maar volgens de SWOLF score zijn ze even efficiënt. Dat lijkt ons moeilijk om te geloven en bij Swim Smooth wordt de SWOLF score niet gebruikt om uw efficiëntie op te volgen.



Tel uw slagen


Vroeger werd het aantal slagen per lengte wel eens gebruikt als aanduiding van een efficiënte zwemstijl. Hoe minder slagen per lengte, hoe beter. Hoe groter de afstand per slag, hoe hoger uw efficiëntie.

Het idee daarachter klonk logisch, als je een grotere afstand aflegt per slag (DPS = Distance Per Stroke), kost het minder moeite. Zwemmen is, net als fietsen en lopen een cyclische sport. In het fietsen wordt het duwen van een zware versnelling niet direct als efficiënt fietsen aangeduid, en in het lopen kunnen we net hetzelfde zeggen van een grote paslengte. Maar in het zwemmen is dat blijkbaar wel het geval. Tot op vandaag wordt die slaglengte nog steeds gekoppeld aan efficiëntie.

Eigenaardig genoeg zien we nog steeds op grote kampioenschappen dat dit de manier is om een efficiënte techniek aan te duiden.
Op het laatste WK in Budapest hadden we de strijd tussen  de Italiaan Paltrinieri en de Oekraïner Romanchuk op de 1500m. Dat zijn 2 totaal verschillende zwemmers.




Volgens de analist was Romanchuk veel efficiënter want hij had over de 1500m ongeveer 390 slagen  minder nodig dan Paltrinieri.
Ondanks het feit dat Paltrinieri Olympisch- en Wereldkampioen is, wordt zijn zwemtechniek als niet-efficiënt bestempeld...omdat zijn slaglengte niet groot genoeg is.
Paltrinieri heeft een veel hogere SWOLF score dan Romanchuk....maar is wel eerst aan de finish.

Als je de specialisten steeds over die slaglengte bezig hoort, is het volkomen normaal dat je aanneemt dat dit DE parameter is om uw efficiëntie aan te duiden. Wij zijn het daar niet mee eens, en in vele gevallen is dit zelfs verkeerd, als je niet de lichaamsbouw van een Pieter Timmers of Michael Phelps hebt.

Neem de onderstaande foto van 2 zwemmers uit de Swim Smooth SwimSquad in Perth, Australië:




Brad (2de van rechts) is 27 jaar en 183cm / 88kg
Byron (2de van links met de trofee) is 15 jaar en 156cm / 44kg

Beiden zijn top marathon zwemmers in Australië en hebben een gelijkaardige CSS (Critical Swim Speed) maar Brad zwemt met een slagfrequentie van ongeveer 59 slagen per minuut, terwijl Byron rond de 90 slagen per minuut zit. Gezien hun verschil in lengte en lichaamsbouw is dat verschil in slagfrequentie volkomen normaal.

Op hun CSS snelheid heeft Brad ongeveer 32-33 slagen nodig per 50m, terwijl Byron op 49-51 slagen uitkomt. Als je hun SWOLF score zou berekenen, dan komt Brad op 66-67 terwijl Byron op 83-85 komt. Wil dat zeggen dat Brad nu 20% efficiënter is dan Byron? Natuurlijk niet.

De conclusie hier is dat er meer dan 1 methode bestaat om efficiënt te zwemmen en de SWOLF score is ook heel afhankelijk van uw lichaamsbouw. Brad moet nooit de zwemtechniek van Byron kopiëren en omgekeerd ook niet.

Conclusie


Moeten we de SWOLF score nu volledig negeren? Onze conclusie is dat SWOLF een zwakke manier is om zwemmers met elkaar te vergelijken. Je kan de SWOLF score gebruiken om uw eigen progressie op te volgen, maar ook hier is voorzichtig zijn de boodschap. Een lagere SWOLF score betekent niet altijd efficiënter zwemmen.

Een alternatieve manier om uw optimale slagfrequentie te bepalen is de ramptest zoals die beschreven staat op de Swim Smooth website:


Swim Smooth!