De BMI Chart voor zwemmers - deel3 - elite zwemmers

In het derde deel van de reeks over de slagfrequentie gaan we eens bekijken waar de betere zwemmers zich bevinden op de chart. In het eerste deel van de reeks hebben we de stroke rate chart besproken terwijl we in het tweede deel wat tips gaven om uit de blauwe of rode zone weg te komen.
Het is redelijk evident dat de elite zwemmers zich vooral aan de rechterkant bevinden en we gaan dan ook eens inzoomen op deze rechthoek van de grafiek:  

Hieronder kan je enkele stevige prestaties en zwemmers vinden:


                                   


De vertikale as van de grafiek zijn de slagen per minuut (dus niet per lengte, maar wel geteld met beide handen). Dat is wat gelijkaardig aan de trapfrequentie op de fiets. Op het eerste gezicht kan je misschien verbaasd zijn dat er toch heel wat variatie zit op die slagfrequenties, maar dat bewijst nog eens dat er meer dan één manier bestaat om efficiënt te zwemmen.

Het overgrote deel van deze prestatie zit natuurlijk in de witte zone (met uitzondering van Janet Evans en Emma Snowsill die net in de rode zone zitten). In het geval van Janet Evans is dit voor de mensen die haar vroeger nog hebben zien zwemmen geen verrassing.



                                       
                                                               Janet Evans tijdens de Olympische Spelen van Seoul 1988




Je kan die groep zwemmers indelen in 2 grote groepen. De "Smooths" (lees hier meer over de Smooth) zoals onder andere Michael Phelps en Grant Hackett die zwemmen met een lange vloeiende zwemtechniek (in het blauw) en de "Swingers" (lees hier meer over de Swingers) zoals Janet Evans, Laure Manadou en Emma Snowsill die een veel kortere (maar snellere) slag hebben:


Als we hieronder ook nog eens de lichaamslengte van al deze zwemmers toevoegen wordt alles wel heel duidelijk:



Het mag duidelijk zijn dat de iets kleinere zwemmers een hogere slagfrequentie hebben dan de grotere. Dat is ook de verklaring waarom de 2 zwemmers (Janet Evans en Emma Snowsill) zich in de rode zone bevinden. Omdat ze eigenlijk iets te klein zijn volgens de referenties, moeten ze hun armen sneller ronddraaien om de nodige snelheid te kunnen ontwikkelen.
Maar omdat ze een perfecte techniek hadden, slaagden ze daar wonderwel in.

In het laatste deel van de reeks gaan we volgende week de Stroke Rate Ramp Test bespreken. Een manier om uw optimale slagfrequentie te bepalen.


Swim Smooth!