Arnie

Waarom een goede catch zo moeilijk kan zijn….verkeerd kan toch goed aanvoelen.

In deze blog bekijken we een veel voorkomend probleem in uw zwemtechniek. Als je hebt gewerkt om uw zwemslag zo lang mogelijk te maken, dan is de kans heel groot dat ook jij dit probleem hebt. Indien je jezelf mag klasseren bij het “Overglider” swimtype, lees dan zeker verder…Ken je de Swim Smooth Swimtypes nog niet, lees dan deze blogs (ArnieBambino, Overglider, Kicktastic, Swinger, Smooth)

Uw “catch” zit helemaal aan het begin van uw zwemslag op het moment dat je uw hand en elleboog plooit om het water als het ware vast te pakken:

                        
                                           Rebecca Adlington (Olympisch kampioene 400m en 800m, 2008) 
                     
                                                                                                 Katie Ledecky (verschillende titels)


Bij een goede catch duw je het water achteruit, wat je uiteindelijk vooruit zal stuwen. Deze catch is een heel cruciale fase in het zwemmen want indien je er niet in slaagt om dit correct te doen, verlies je het grootste deel van uw stuwing tijdens de rest van de slag.
Maar in plaats van het water achteruit te duwen zoals we in de bovenste foto’s kunnen zien, zien we heel wat zwemmers in die fase het water naar beneden duwen, of….soms nog erger, tegen de stroom in duwen. Dat laatste hebben we een naam gegeven “de handrem aantrekken” want in plaats van stuwen ben je op dat moment jezelf aan het afremmen.

                             

                             

                             


Op het moment dat uw pols en uw elleboog onder uw hand zakt, voel je de druk van het water op uw handpalm door de neerwaartse beweging. Die druk kan je een vals gevoel geven want deze druk is geen stuwende kracht maar eerder een afremmende kracht.
Heb je ook dat gevoel?

Die neerwaartse kracht is wel degelijk een probleem want deze beweging is niet alleen heel belastend en vermoeiend voor de schouders, het levert ook geen extra stuwing op.


                                      


Als je erin slaagt om uw catch techniek wat te verbeteren, dan zal je vaststellen dat het eigenlijk gemakkelijker is om het water achteruit te duwen (zoals het zou moeten) dan naar beneden.
Het is heel belangrijk om dit te weten want in eerste instantie zal die verbeterde catch eerder verkeerd aanvoelen. Dat is waarschijnlijk de grootste reden waarom het aanleren van een goede catch niet zo gemakkelijk is.



Om uw catch te verbeteren, zorg ervoor dat uw vingers altijd onder uw pols blijven en dat uw pols onder uw elleboog blijft, en plooi uw elleboog zo snel mogelijk aan het begin van de catch.
Dit zal je helpen om het water achteruit te doen en jezelf zo efficiënt vooruit te bewegen. En weet dat dit in het begin misschien minder goed zal aanvoelen dan wat je gewoon was….maar heb geduld!


En nog even dit: een goede catch is technisch gezien heel moeilijk en dat is ook één van de grootste verschillen tussen topzwemmers met een “perfecte catch” en gemiddelde zwemmers. Je hoeft geen “perfecte catch” te hebben, maar als je echt grote sprongen wil maken is een “degelijke” catch echt wel een vereiste.


Weet je niet hoe het gesteld is met uw catch of weet je niet hoe aan te passen, check dan zeker onze “video analyse en correctie sessie”. Dit is de perfecte manier om uw zwemmen te verbeteren. Na de (individuele) sessie weet je niet alleen wat uw grootste prioriteiten zijn om te verbeteren, maar je weet ook wat te doen om de grootste fouten weg te werken.


Swim Smooth!

Wat is uw Swim Type? Ben jij een Arnie

Geplaatst op 30/04/2019 - Arnie, laaghangende benen, Swim Type
In de komende weken gaan we in de Swim Smooth België blog steeds één van de 6 Swim Types verder toelichten. Probeer te achterhalen welk swim type je bent om te begrijpen wat de belangrijkste beperkende factoren zijn. Van zodra je die  factoren kent, ben je al goed op weg om een betere zwemmer te worden.

Deze week gaan we van start met de Arnie:


Swim Type 1: De Arnie / Arnette

De Arnie (en de vrouwelijke versie,  Arnette!), is de zwemmer die constant vecht tegen het water. In veel gevallen zijn dat altetisch gebouwde types, met heel dikwijls een sportieve achtergrond, maar relatief nieuw in het zwemmen. Als triatleten zijn dit meestal sterke fietsen en lopers maar hun zwemmen is de beperkende factor.

Arnies vinden hun mindere zwemprestaties heel frustrerend, maar het zijn wel de zwemmers die door hun sportieve achtergrond en mits een aangepaste training, een enorme progressie kunnen maken. Maar om die progressie te kunnen maken zullen ze vooral moeten werken aan hun technische beperkingen.

Het zonder twijfel grootste probleem bij een Arnie zijn de laaghangende benen. Deze lage ligging in het water zorgt voor een enorme weerstand die steeds overwonnen moet worden:



Een betere ligging zou de primaire focus moeten zijn en een belangrijke manier om dit te bekomen is het verbeteren van de beenbeweging. Zoals hierboven te zien, de meeste Arnies plooien heel veel de knieën tijdens de beenbeweging en dat verbruikt niet alleen heel veel energie, maar zorgt er ook voor dat de benen gaan zakken. 

De meeste Arnies duwen het water naar beneden bij het begin van de onderwater beweging (deze fase wordt de catch genoemd):



Het water naar beneden duwen is heel lastig en deze beweging zorgt er ook voor dat uw bovenlichaam uit het water wordt geduwd....waardoor uw benen gaan zakken. Techniek oefeningen om het water naar achter te duwen in plaats van naar beneden zullen hier een grote hulp zijn. 

Bij bijna alle Arnies kunnen we ook het overkruisen vaststellen wat hen als een slang in het water doet bewegen:



Dit overkruisen is ook de oorzaak van de schaarbeweging die we kunnen zien bij de benen. Deze schaarbeweging zorgt op zijn beurt voor nog meer weerstand, met opnieuw zinkende benen tot gevolg. 


Slagfrequentie

De meeste Arnies hebben een relatief goed ritme in hun slag, maar een kleine verlaging van de slagfrequentie op korte termijn zou hun zwemtechniek zeker goed doen. Deze verlaging moet zeker niet drastisch zijn want we willen zeker het ritme niet uit het zwemmen halen, maar een lagere slagfrequentie zal je wat extra tijd geven om uw techniek wat beter te verzorgen.
Een ideaal hulpmiddel om uw slagfrequentie te controleren is de Finis Tempo Trainer.
Gebruik de Tempo Trainer om de slagfrequentie met 3 tot 5 slagen per minuut te verlagen en dit zal in veel gevallen al genoeg zijn om de Arnie sneller en efficiënter te laten zwemmen, zonder enig techniek werk te hebben gedaan.


Enkele Arnie gegevens

Typische snelheid : tussen 8:00 en 12:00 voor 400m (maar Arnies zijn heel wat sneller op kortere afstanden)

Typische slagfrequentie : 65-80 Slagen per minuut

Vindt het leuk om te zwemmen met Pull buoys.
Vindt korte sprinttrainingen leuk.
Heeft een groot voordeel bij het zwemmen met een wetsuit.
Haat de langere trainingsets.
Vindt zwemmen met een elastiek rond de enkels verschrikkelijk.


What's next?


Arnies zijn nogal "strevers" met een tomeloze ambitie. Het kan niet snel genoeg vooruit gaan. Maar deze ambitie moet wat in toom gehouden worden als het op het zwemmen aankomt. Voer de juiste drills uit zonder te overhaasten. Een goede uitvoering is hier veel belangrijker dan de gezwommen afstand of snelheid.


De Swim Types

SwimSmooth heeft 6 verschillende swimtypes gedefinieerd op basis van de fouten en prioriteiten. Weten in welke groep je thuishoort is de ideale manier om het verbeteren van uw individuele zwemstijl te starten.
Het is niet zo dat elke zwemmer voor 100% in een categorie past, maar je zal vaststellen dat er altijd wel een swimtype is voor een groot deel overeenkomt met uw eigen zwemstijl.



Om alles beter te begrijpen, zijn de figuren van de verschillende Swim Type's nogal humoristisch opgevat. Maar vergis je niet, de inzichten achter elk type zijn het werk van een lange studie op duizenden zwemmers in de laatste 10 jaar.

Volgende week bespreken we de Bambino.

Swim Smooth!

Moet uw slagfrequentie nu hoger, lager of mag die blijven wat ze is?

We zijn terug na onze deugddoende vakantie break!

Intussen is de Swim Smooth SwimSquad ook opnieuw gestart met de wekelijkse training sessies.

In het najaar hebben we ook onze 2 Swim Smooth clinics in Domein Puyenbroeck in Wachtebeke.
Voor deze clinic zijn nog slechts enkele plaatsjes beschikbaar:
 Zondag 08 Oktober : nog 2 plaatsen beschikbaar
 Zondag 03 December : nog 3 plaatsen beschikbaar


Boeken kan nog via onze website (klik hier)



=========================================================================


Eén van de meest voorkomende vragen die we krijgen bij Swim Smooth is : Moet ik mijn slagfrequentie niet wat optrekken? Aan de andere kant krijgen we ook berichten van zwemmers die zich afvragen of hun slagfrequentie niet te hoog is. Zouden ze niet wat efficiënter zwemmen als ze hun slagfrequentie wat laten zakken en hun slag wat verlengen?

In 2009 publiceerde Swim Smooth al deze Stroke Rate Chart (ook te vinden op de Swim Smooth website). De kracht van deze grafiek is dat het ook de zwemsnelheid in rekening brengt. Op die manier kan dit voor zwemmers van gelijk welk niveau worden gebruikt.


Op de vertikale as vind je de slagen per minuut (=strokes per minute) - waarbij de beide armen worden geteld. Merk op dat dit slagen per minuut is en NIET slagen per lengte.

Op de horizontale as vind je uw zwemsnelheid.

Als je in de blauwe zone zit, willen we het advies geven om jouw slagfrequentie wat te verhogen om nog progressie te maken.

Als je in de rode zone zit, dan doe je er goed aan om uw slagfrequentie wat te verlagen en jouw slag iets langer te maken.

Als je in de witte zone zit, dan is jouw slagfrequentie goed voor jouw zwemniveau. Om verder te verbeteren zal je zowel jouw slagfrequentie als slaglengte verder moeten opbouwen om naar rechts op te schuiven op de curve.

Merk op dat de witte zone toch wel redelijk breed is. Dit komt omdat in de grafiek ook rekening wordt gehouden met lengte, lichaamsbouw en persoonlijke stijl van zwemmen.  Als je eerder klein bent, met korte armen, dan mag je verwachten dat je tegen de bovenkant van de witte zone mag zitten, terwijl de grotere zwemmers eerder onderaan de witte zone zullen zitten.

Dit zijn 2 klassieke voorbeelden:


Slagfrequentie te laag

Hier zien we een klassieke Overglider met een duidelijke pauze in zijn slag:



Met een snelheid van 2:10/100m en een slagfrequentie van 35 SPM (=Slagen Per Minuut) bevindt die zwemmer zich duidelijk in de blauwe zone van de grafiek. Door zijn techniek te verbeteren en zijn slagfrequentie te verhogen, verwachten we dat deze zwemmer in de richting van de pijl zal verbeteren:


De juiste manier om zijn techniek te verbeteren is werken aan zijn catch om dat dood moment in zijn slag weg te krijgen. Als deze zwemmer dat dood moment kan elimineren zal hij automatisch een hogere slagfrequentie bekomen, wat hem in de witte zone op de grafiek zal brengen.

Simpelweg de armen sneller ronddraaien, zonder aan het verwijderen van het dood punt te werken, zal niet het gewenste effect hebben en is niet de juiste methode.


Slagfrequentie te hoog





Hier zien we een klassieke Arnie. Hij zit met een snelheid van 1:55/100m en een slagfrequentie van 68 SPM in de rode zone van de grafiek. Door te werken aan het verminderen van zijn slagfrequentie en zijn slag iets langer te maken, kunnen we verwachten dat hij volgens de pijl op de grafiek naar de witte zone zal evolueren:


Een perfecte manier om zijn techniek te verbeteren zijn het verbeteren van zijn lichaamspositie en rotatie (vb 6/1/6 drill).

Door zijn slagfrequentie wat te laten zakken, zullen we ook de neiging verminderen om te vechten tegen het water en dat zal hem dan weer meer tijd geven om zijn slag langer te maken en meer grip op het water te krijgen. Hij zal ook meer tijd krijgen om uit te blazen onderwater wat dan weer zijn stabiliteit ten goede zal komen en waardoor zijn benen hoger in het water komen te liggen.

Merk op dat we zijn slagfrequentie maar een 7-8 SPM willen laten doen zakken (om te vermijden dat hij in de blauwe zone terechtkomt).


En wat met jouw slagfrequentie?

Wil je wel eens weten hoe het met uw slagfrequentie gesteld is?
Als je uw slagfrequentie en tijd/100m kent, dan kan je al direct zien in welke zone van de grafiek je zich bevindt.

Als je uw slagfrequentie niet kent dan kan je dat gemakkelijk bepalen met de hulp van een vriend. Meet gewoon hoe lang het duurt alvorens je 10 slagen hebt gedaan (tel beide armen). Deel 600 door de tijd die je hebt gemeten, en je hebt jouw slagfrequentie.

Voorbeeld: Stel dat het 11,3 seconden duurt voor 10 slagen 
                      600 / 11,3 = 53 slagen per minuut


Elite Zwemmers

Misschien wil je ook wel eens weten waar de elite zwemmers zich bevinden op de grafiek. Hier zien we een duidelijk verschil tussen de 2 Swim Smooth types : Smooth en Swinger.

De gekende Smooth zwemmers: Ian Thorpe, Michael Phelps hebben lange slagen en bevinden zich in deze zone van de grafiek:



De Swingers daarentegen (Brownlee broers, Gregorio Paltrinieri,....) zitten hoger op de grafiek:



Een interessant weetje...Katie Ledecky valt net tussen die 2 groepen


Dit alles om aan te tonen dat er echt meer dan 1 manier bestaat om snel en efficiënt te zwemmen.

Swim Smooth!